Zo voorkom je hittestress bij je paard met een hartslagmeter
De hartslag is van vitaal belang om de gezondheid van je paard in de gaten te houden bij warmte. Zelfs als je je paard vrij geeft, kan hij het toch te warm krijgen in de wei of op stal. De rusthartslag en Cardiac Recovery Index die hieronder uitgelegd worden, helpen je voor je paard te zorgen ook al heeft hij tropen-vrij.
Wil je ondanks deze hitte toch graag sporten met je paard? Natuurlijk tref je dan maatregelen, zodat je paard het niet te warm krijgt. Met een hartslagmeter voor paarden weet je zeker dat deze maatregelen werken en voorkom je uitdroging. We hebben een paar tips voor je op een rij gezet:
- Meet de rusthartslag van je paard. Bij de meeste paarden ligt deze tussen de 25 en 40 slagen per minuut. Is de hartslag hoger dan 40 terwijl je paard rustig in zijn stal of wei staat? Dan kan hij last hebben van de warmte en is het beter niet of heel rustig te rijden. Als je de rusthartslag van je paard al kent (door het elke dag op hetzelfde moment te meten), kun je veel beter het verschil zien. Is de rusthartslag meer dan 6 slagen per minuut hoger dan normaal? Ook dan heeft je paard het wellicht te warm. Je kunt de rusthartslag meten met een stethoscoop of Healthcheck.
- Houd tijdens het rijden in de gaten of de hartslag niet oploopt terwijl de intensiteit gelijk blijft. Bijvoorbeeld: je draaft een tijdje met constante snelheid over een stevig zandpad en je ziet op de hartslagmeter dat de hartslag langzaam steeds hoger wordt. Dat betekent dat er warmte opbouwt in het paard en het hart steeds meer z’n best moet doen om de warmte af te voeren. Als je paard daarnaast ook zweet en zwaar ademt, is het tijd om het wat rustiger aan te doen.
- Daalt de hartslag van je paard (veel) langzamer dan normaal na het rijden? Koel hem lekker af met koud water en doe het wat rustiger aan als je weer bij hoge temperaturen gaat rijden.
- Doe een ‘Cardiac Recovery Index’ test: tel de hartslag van je paard en draaf 40 meter (de lange zijde van een bak) met hem heen en weer. Onthoud de tijd waarop het paard begon met draven en meet de hartslag exact 1 minuut later weer. (Bij de meeste paarden is dat ongeveer 30 seconden nadat ze terug zijn.) Is de hartslag de tweede keer meer dan 4 slagen per minuut hoger dan de eerste keer? Dan heeft je paard zeer waarschijnlijk behoefte aan wat afkoeling. Elk paard moet 30 minuten na het stoppen van inspanning deze test kunnen halen waarbij de tweede hartslag gelijk aan of lager is dan de eerste. Zo niet, dan kan het paard gevaarlijk warm zijn en moet hij goed geobserveerd worden!
- Houd de hartslag in de uren na het rijden in de gaten. Blijft hij hoger dan normaal? Dan kun je hem eventueel verder koelen en de volgende training aanpassen.
- Kijk ook naar andere tekenen van warmte. Hartslag is een belangrijke graadmeter, maar zeker niet de enige. Houd ook het zweten, zwaar ademen, traagheid en struikelen goed in de gaten. Je leert dan de hartslag te koppelen aan de andere signalen van het paard.
- Houd het bij. Log de hartslagen, temperatuur en je eigen waarnemingen in Equilog en/of Polar Flow. Daarmee kun je volgend jaar terug zien wat de reactie van je paard is op hitte en je training nog beter afstemmen.
Zo kun je met een hartslagmeter toch veilig paardrijden in deze tropische omstandigheden. En is je paard afgekoeld, maar blijft de hartslag toch hoog? Dan is er wellicht wat anders aan de hand, zoals een kreupelheid of koliek. Observeer je paard goed en twijfel niet een dierenarts te bellen. Hij zal onder de indruk zijn als je meteen kunt vertellen wat de hartslag is!