Veel mensen weten dat de hartslag van een paard veel zegt over zijn conditie. Maar hoe gebruik je een hartslagmeter voor paarden en wat zegt de hartslag nu precies?

In mijn vorige blogs schreef ik over de onderdelen van conditie, hoe je deze traint en hoe je een trainingsschema voor je paard maakt. Als je traint, wil je natuurlijk weten of je paard verbetert! Daarbij is een hartslagmeter voor paarden een essentieel hulpmiddel dat je objectieve waarden geeft, zodat je niet enkel op je gevoel hoeft af te gaan.

Wat betekent de hartslag van een paard?

De hartslag is een indicatie van:

• fitheid, vooral van het uithoudingsvermogen,
• gezondheid: bij ziekte of pijn stijgt de hartslag meestal.

Maar bij welke hartslag is een paard fit of heeft het pijn? Dat verschilt per paard. De gemiddelde hartslagwaarden per minuut zijn:

• in rust: 20-35
• in stap: 50-100, meestal 70-90
• in draf: 80-150, meestal 100-130
• in galop: 100-190, meestal 120-150
• in rengalop: 160-250. (Dit houden paarden niet lang vol. Om blessures te voorkomen, is het goed niet langer dan 1 á 2 minuten met deze hartslagen te rijden.)

Er zijn nog vele andere factoren die de hartslag beïnvloeden: bodem, angst, andere paarden, temperatuur, opwinding, eten en natuurlijk de genetische aanleg. Elk paard is dus anders en daarom is het belangrijk je paard en zijn hartslag te leren kennen. Door de hartslagmeter zo vaak mogelijk te gebruiken, leer je welke hartslagen normaal zijn voor je paard en wanneer ze te hoog zijn door ziekte of pijn.

Hoe werkt een hartslagmeter voor paarden?

Een hartslagmeter bestaat uit:

• twee elektroden die tegen de huid van het paard liggen en het elektrisch signaal van de hartslag meten,
• de zender die op de elektrodenband geklikt wordt en het signaal naar het horloge of smart-phone doorstuurt,
• het horloge of smart-phone die de hartslag toont.

De vacht van het paard moet heel nat zijn, zodat het elektrisch signaal naar de elektrode geleid wordt. De zender klik je op de elektroden en met één druk op de knop zie je de hartslag! Tenslotte is het voor de levensduur van de elektroden belangrijk om ze na elke training goed schoon te maken.

Hartslagmeting bij conditietraining

Er zijn vele manieren om een hartslagmeter voor paarden in te zetten tijdens je training:

• Meet elke dag op hetzelfde moment de rusthartslag van je paard om zijn gezondheid te monitoren.
• Begin door de hartslagmeter zo veel mogelijk te gebruiken tijdens je trainingen. Bekijk eerst alleen de waarden om je paard te leren kennen.
• Door conditietraining zal de hartslag tijdens inspanning lager worden. Dit kan 10% tot zelfs wel 15% lager zijn. Vergelijk de waarden van je paard in de verschillende gangen door het seizoen heen om te zien of de conditie verbetert.
• Meet na het rijden altijd de hersteltijd. Door conditietraining zal de hartslag van je paard sneller dalen na inspanning. Meet bijvoorbeeld hoe lang het duurt voordat je paard een hartslag van 60 slagen per minuut bereikt nadat je bent afgestapt. Of welke hartslag je paard heeft op 5 minuten nadat je gestopt bent met draven. Het maakt niet zo veel uit hoe je de hersteltijd meet, als je het maar altijd op dezelfde manier doet. De waarden kun je bijhouden in Equilog, zodat je ze altijd terug kunt zien.
• Gebruik je hartslagmeter tijdens intervaltraining. Bijvoorbeeld door 4 x 5 minuten te galopperen met een hartslag van 130. Daarna te stappen tot de hartslag is gedaald naar 80 en dan weer te galopperen. Als het goed is, wordt de stap-tijd steeds korter en kan je paard steeds langer achter elkaar galopperen.
• Maak een standaard hartslagtest voor je paard en voer die elke maand uit. Hierbij doe je elke keer precies hetzelfde. Dit kan een moeilijke dressuurproef zijn, een springparcours of route door het bos. Je meet de waarden tijdens het werk en de hersteltijd. Dit vergelijk je met de vorige testen. Houd daarbij rekening met verschillen in het weer en de bodem.
• Schakel je gevoel niet uit als je je meter inschakelt. Als je de elektroden te droog worden, kan een hartslagmeter namelijk verkeerde waarden geven. Het blijft dus belangrijk te kijken naar het zweten, te luisteren naar de ademhaling en te voelen of je paard voorwaarts is.