Deze blog is eerder verschenen op Paardvisie.

De juiste conditietraining is goed voor elk paard. Voor het voorkomen van blessures, betere prestaties, plezier in het werk en natuurlijk dat fantastische gevoel: ik kan de wereld aan! Een kijkje in het paard laat zien waarom de training zo veel goed doet.

1. Als je het uithoudingsvermogen van een paard traint, verandert er van alles in het lichaam. Ten eerste komen er in de spieren meer bloedvaatjes en komt er meer bloed in het lichaam: na een beetje training al 30% meer! Dat bloed bevat ook nog eens meer rode bloedcellen die zuurstof vervoeren. Zo krijgen de spieren meer voeding en zuurstof uit het bloed en kunnen ze afvalstoffen makkelijker kwijt.

2. Ook heel belangrijk: ze kunnen makkelijker van hun overtollige warmte af. Warmte is bij paarden een groot probleem tijdens het sporten. Een te hoge temperatuur in spieren en organen (door koorts of inspanning) is heel gevaarlijk. Paarden moeten er dan ook zo snel mogelijk vanaf en dat doen ze vooral via zweet. Door al dat zweten raken ze al snel uitgedroogd. Een uitgedroogd paard voelt zich niet fit en heeft minder coördinatie. De prestaties kelderen dan net zo hard als de kans op blessures omhoog gaat. Gelukkig is een goed getraind paard daar op voorbereid; met meer bloed kan ze haar warmte beter kwijt en raakt ze niet snel uitgedroogd.

3. Spieren reageren op allerlei manieren op training. Zo wordt er meer glycogeen (een soort suiker) in de spieren opgeslagen. Het duurt daardoor langer voordat de voedselvoorraad op is en het paard zich vermoeid voelt. Het gebruik van vet draagt daar ook nog eens aan bij. Vet bevat veel meer energie dan suiker. Getrainde paarden kunnen makkelijker vet afbreken, waardoor hun suikervoorraden langer op peil blijven.

4. Verder komt er meer myoglobine in de spieren. Dit stofje haalt zuurstof uit het bloed en zorgt dat de spieren het kunnen gebruiken om energie te maken. Getrainde spieren gaan ook beter om met die zuurstof. Door training maakt het paard meer gebruik van verbranding met zuurstof (aeroob) dan verbranding zonder zuurstof (anaeroob). Bij aerobe verbranding komt er veel meer energie vrij en minder afvalstoffen. Het is dus veel efficiënter, waardoor je paard langer door kan gaan.

5. Ook botten verbeteren door training; ze worden dikker en dan vooral op de plaatsen waar veel kracht op het bot komt.

6. Je zou het misschien niet verwachten, maar er zijn ook delen van het paard die helemaal niet veranderen na training. De longen blijven vrijwel precies hetzelfde. Dat een fit paard minder “hijgt”, komt doordat hij gewoon minder lucht nodig heeft voor de inspanning en om warmte kwijt te raken. Een beschadiging van de longen kan dan ook niet verbeterd worden door training. Daarom is het zo ontzettend belangrijk ziektes aan de luchtwegen te voorkomen bij paarden.

7. Veel mensen geloven dat pezen ‘hard’ worden door het lopen op de harde weg. Maar daar is geen bewijs voor. Het is maar de vraag of de pezen van volwassen paarden wel veranderen door training. Toch helpt training wel om peesblessures te voorkomen: een fit paard met een goede coördinatie maakt immers minder snel een misstap. Tenslotte kunnen pezen wel slechter worden als een paard (vooral in z’n jeugd) alleen maar op stal staat.

8. Paarden zijn een van de meest atletische diersoorten op aarde. Hun hart en spieren kunnen van nature al veel meer inspanning aan dan die van mensen. En als je stopt met trainen, verliezen paarden hun conditie minder snel dan wij. Maar paarden zijn wél erg gevoelig voor blessures. Met optimale training haal je het beste uit jouw eigen topatleet. Hoe? Dat lees je in de volgende blog.